Naamgeving en Conventie:
Rossige aardappelbovist komt niet voor in Nederland, en als je de eigenschappen vergelijkt met de Uiige aardappelbovist,
dan lijkt het erop dat het een Uiige aardappelbovist zou kunnen zijn, op een paar uitzonderingen na:
- Geen verkleuring bij doorsnijden
- Rossige in plaats van bleek-gele tot bleek-bruine barstnaden
- Vaker een forse en zeer opvallende pseudosteel
- Vaker een donkere blos rond de apex bij rijping
Op grond daarvan, en op grond van het feit dat hij nooit gemeld is in Europa, geen afwijkend sporentype heeft,
en de maat van de sporen binnen de range van de Uiige valt,
zou je in Nederland eerder spreken van vorm of een variëteit dan van een soort.
Dus Scleroderma cepa fm. laeve of Scleroderma cepa var. laeve ?
|